vrijdag 30 december 2011

The road to Guantanamo bay

Guantanamo Bay


“Ojee, ook nog nooit van gehoord.” Ik moet met schaamrood op mijn wangen toegeven dat dit weer zo’n onderwerp is waar ik niets van af weet! Snel op onderzoek uit dus! Wat is Guantanamo bay en wat is er gebeurd?


Wat is Guantanamo Bay?

Guantánamo Bay – het klinkt als een zonnige vakantiebestemming, maar sinds het begin van de twintigste eeuw is niets minder waar.  De Cubaanse marinebasis kwam namelijk in handen van de Amerikanen en de eerste zinnen van een zwart hoofdstuk uit onze wereldgeschiedenis stonden op het punt om geschreven te worden.


Ten gevolge van de Spaans-Amerikaanse oorlog in 1898 wist Cuba haar Spaanse overheersers van zich af te schudden, waarna het Zuid-Amerikaanse gebied onafhankelijk werd. Een van de eerste beslissingen die de kersverse president van Cuba, Tomas Estrada Palma, nam was het sluiten van een overeenkomst met Amerika omtrent het gebruik Guantánamo Bay. In ruil zou Cuba jaarlijks zo'n tweeduizend dollar ontvangen als pacht. Zo'n kleine veertig jaar later krikte men de verschuldigde geldsom op tot het dubbele, wat zelfs in die tijd een opmerkelijke kleine som was in vergelijking met hetgeen Amerika ervoor in de plaats kreeg.

De aanwezigheid van de Amerikanen in Guantánamo Bay bleek initieel relatief onschuldig te zijn. Men vormde de basis om tot een trainings- en opleidingscentrum voor de marine van Amerika. Na afloop van de Cubaanse Revolutie in de jaren 50 besliste Fidel Castro dat de overeenkomst betreffende de “huur” van de baai niet langer geldig was, en hij probeerde de Amerikanen dan ook te verdrijven uit zijn land. Een eerder afgesloten verdrag tussen Cuba en Amerika (toen onder leiding van president Hoover) zorgde ervoor dat zijn onderhandelingspogingen onsuccesvol bleven.


In de jaren die volgden transformeerde de Amerikanen de marinebasis tot een onneembaar fort, bewaakt door zo'n 75.000 mijnen om nieuwsgierige Cubanen op afstand te houden. Castro reageerde, geïnspireerd door het einde van de Tweede Wereldoorlog, met zijn eigen versie van het Ijzeren Gordijn. In 1961 plantte hij een maar liefst dertien kilomter lange rij cactussen rond Guantánamo Bay (can you imagine?). Maar het ongenoegen van Castro ging verder dan dat. Na zijn prikkelige verzetspoging sloot hij de watertoevoer naar de baai af, waardoor hij Guantánamo in theorie helemaal drooglegde. Amerika reageerde op haar beurt door eigen pijpleidingen in het gebied aan te leggen. De slechte relatie tussen Cuba en haar huurders zou nog lang een bittere nasmaak blijven hebben.

We springen vooruit in de tijd, richting 11 september 2001. Een datum waarop de wereldbevolking naar adem snakte toen bleek dat er een terroristische aanval plaatsgevonden had in Amerika. Twee door Al Qaeda gekaapte vliegtuigen vlogen in op de iconische torens van het World Trade Center te New York. Amerika onder leiding van haar toenmalige president, George W. Bush, reageerde heftig en lanceerde de ondertussen wereldberoemde “War on Terror”. De klopjacht met als doel het opsporen van de daders achter de aanslagen op 9/11 leverde heel wat verdachten op, en vanaf 2002 werd een aanzienlijk aantal daarvan ondergebracht in Guantánamo Bay. Amerika vormde haar Cubaanse vestiging dan ook voor een gedeelte om tot een gevangenkamp met als doel er buitenlandse gevangenen op te sluiten. Het merendeel van de gedetineerden bestond uit meer dan zeshonderd gedetineerden van Al Qaida en de Taliban

Omstandigheden in de gevangenis

Sinds 2002 is Quantánamo Bay dan ook een veelbesproken onderwerp in de media geworden. Opvallend genoeg is de reden daarvoor niet noodzakelijk de hoeveelheid aan gevangenen die er verdacht worden van terroristische aanslagen, maar de manier waarop deze gedetineerden behandeld werden. Allereerst bleek al snel dat de overgrote meerderheid nooit een eerlijk proces zou krijgen. Bovendien zouden ze voor een onbepaalde tijd achter de tralies blijven zitten, terwijl ze geen mogelijkheden kregen om zich juridisch te laten bijstaan door een niet-Amerikaanse advocaat. Het Amerikaanse Pentagon gaf in haar verdediging aan dat alle gevangen leden van een terreurnetwerk zijn en daardoor gezien moeten worden als “gevaarlijk” en “de best getrainde terroristen ter wereld”. Om het in de woorden van George Bush te zeggen: "Ze zijn gevangenen en terroristen, ze verdienen niet dezelfde waarden als wij.". Wel meneer Bush, wie bent u om te oordelen over wat anderen verdienen?


Op zich mag de povere juridische ondersteuning van de gevangenen in Guantánamo Bay al gezien worden als een inbreuk op allerhande ethische codes, maar de verhalen die na afloop van 9/11 doorheen de muren van het gevangeniskamp sijpelden zorgden er pas echt voor dat alle ogen gericht werden op de beruchte baai in Cuba. Folteringen, seksueel misbruik, zelfmoord en onmenselijke omstandigheden zijn slechts een paar voorbeelden van de gruwels die zich in Guantánamo Bay afspeelden.

Een van de gevangenen was Abd Al Rahim Abdul Rassak Janko, een Syrische Koerd die meer dan zeven jaar opgesloten zat in de best bewaakte gevangenis van de wereld. Aan de basis van zijn opsluiting ligt een video waarop Janko volgens John David Ashcroft (toenmalige Minister van Justitie) en Robert Swan Mueller III (toenmalige en huidige directeur van de FBI) te zien als 'zelfmoordterrorist'. Het ultieme bewijs, zo bleek, want Janko ontving meteen een enkel ticketje richting Guantánamo Bay, zonder enige vorm van proces waarin al dan niet zijn onschuld bewezen kon worden.

Ondertussen is Janko opnieuw een vrij man. Op 22 juni 2009 bevond de federale rechtbank van Columbia de verdachte onschuldig. De zogenaamde 'zelfmoordvideo' bleek door Al Qaeda gemaakt te zijn, en de vastgelegde bekentenis dat Janko een terroristische aanval zou gaan plegen – de aanleiding van zijn opsluiting - kwam er pas na maandenlange folteringen waarna de man uit pure wanhoop een 'toegeving' deed. Al Qaeda had Janko gekraakt, maar de gruwelijke tactieken van de Amerikaanse cipiers in Guantánamo deden dat evenzeer.

De jaren die hij in de gevangenis doorgebracht heeft echter nooit vergeten worden. In het boek 'Van het vagevuur in de hel' doet hij haarfijn uit de doeken hoe de Amerikanen hem folterden:

“...We kwamen geblinddoekt aan in Guantànamo. Een van de bewakers plaste ons onder en schreeuwde allerlei zaken in het Engels. Er was een tolk maar die sprak een onverstaanbaar soort klassiek Arabisch. Niemand wist wat ons te wachten stond. De angst was totaal. Dat zorgde voor een groot samenhorigheidsgevoel. Na enkele maanden keerde dat. Plots werd ik er door mijn medegevangenen van beschuldigd een spion te zijn voor Israël en voor de Amerikanen. Ze schreeuwden en joelden me uit. Dag en nacht. Ik werd er helemaal gek van. Letterlijk...Vanaf die dag tot aan mijn vrijlating in oktober 2009 bracht ik het overgrote deel van mijn tijd in isolatie door. Afgesloten van de wereld. Ik kreeg eten en er werd om de vijftien minuten gecheckt of ik nog leefde, maar daar bleef het bij...”
“Ik was moegetergd. Totaal op en leeg. Ik had geen greintje hoop meer dat ik ooit nog uit Guantànamo weg zou geraken. Mijn woede en frustratie richtte zich, zeker op het einde van mijn verblijf op de kampregels. Als een bewaker of een ander personeelslid niet volgens de regels handelde, ging ik volledig uit mijn dak. Dan sloeg ik alles kort en klein. Dan verwonde ik mezelf met alles wat ik te pakken kreeg. Op een bepaald moment gebruikten ze tape om een helm op mijn hoofd vast te zetten zodat ik mijn hoofd niet tegen de muren kapot bonkte. Eind 2006 was ik voor de zoveelste keer plat gespoten na een uit de hand gelopen incident. Ze brachten me tegen alle afspraken in naar een andere celblok.  Daar gebruikte ik mijn donkeroranje pak om me op te hangen. Het was geen manier om aandacht te vragen. Geen finale schreeuw. Ik wilde echt dood. Het laatste wat ik me herinner is de stem van een vrouwelijke soldaat die ‘snowball, snowball, snowball’ riep. De code voor een zelfmoordpoging...”

De getuigenis van Janko is slechts één voorbeeld van de onmenselijkheden die zich achter de muren van Guantánamo hebben afgespeeld. Het verhaal van Sami al-Hajj, een Soedanees, is minstens even opmerkelijk. De man moest tijdens zijn verblijf in Guantánamo vrouwenslipjes dragen. Dat klinkt misschien als onschuldig pestgedrag, maar  als een praktiserend moslim is het dat allesbehalve. Bij wijze van geestelijke marteling werd al-Hajj gedwongen naar pornofilms te kijken en naar Amerikanen die voor zijn ogen seks bedreven. Ze smeerden menstruatiebloed over zijn lichaam en de Koran werd demonstratief in de toilet gegooid.

Om nog maar te zwijgen over de blaffende honden die hem terroriseerden en de militairen die zijn knieschijf verbrijzelden. Of over de 480 dagen dat hij een buis door zijn neus kreeg geduwd, soms tot in de longen, met vloeibaar eten - omdat Sami in hongerstaking was.


Een niet onbelangrijke kanttekening is dat Amerika door deze technieken toe te laten rechtstreeks inging tegen de conventie van Genève uit 1929, een verdrag waardoor alle landen van de wereld zich moeten houden aan enkele basisregels omtrent de behandeling van krijgsgevangenen. In het verdrag staat onder andere te lezen dat gedetineerden zoals die uit Guantánamo het recht hebben om niet gemarteld te worden. Daarnaast moeten ze menselijk behandeld worden, terwijl het voor officieren verboden is om represailles tegen ze uit te oefenen.


Na jaren van ontkenning vanuit de Amerikaanse regering omtrent de gruwelijkheden binnen de muren van Gauntánamo Bay geeft men ondertussen toe dat er folteringen en onmenselijkheden plaatsgevonden hebben in de beruchte gevangenis. Sinds 2006 onderneemt Amerika stappen om het gevangenenkamp te sluiten.


De bal rond de sluiting van Guantánamo Bay ging pas echt aan het rollen toen Barack Obama in 2008 de Amerikaanse presidentsverkiezingen won. Al snel beschreef hij de gevangenis als “een betreurenswaardig hoofdstuk in de Amerikaanse geschiedenis” en beloofde hij om Guantánamo in 2009 te sluiten. Dat Obama geen gras over zijn beslissing wou laten groeien bleek toen hij tijdens de eerste uren van zijn presidentschap het bevel gaf om alle lopende vervolgingen tegen de gevangenen tijdelijk stop te zetten. Obama wilde met andere woorden Guantánamo sluiten om vervolgens alle terreurverdachten naar andere landen te sturen – waar overigens best veel negatieve reacties op kwamen – of op Amerikaans grondgebied voor de rechter te brengen. Ondertussen is de gevangenis nog steeds open, en blijken er aan Obama zijn voornemens heel wat juridische en politieke haken en ogen te zitten waardoor het waarmaken van zijn beloftes erg moeilijk zal worden.

Een aantal bewakers uit Guantanamo deden ondertussen hun boekje al open over de gebeurtenissen. Het is fijn om te zien dat ze oprecht spijt hebben van hun daden. 


De film


Er zijn zoveel plekken op deze wereld waar ik hoop nooit terecht te komen: een concert van Frans Bauer, de rommelige slaapkamer van mijn broer,.. Maar al deze gruwelen vallen in het niets bij het Amerikaanse gevangenkamp Guantanamo Bay. Toen ik samen met Anouck de film bekeek waren we eigenlijk beiden wat stil. Wat een vreselijke gebeurtenissen daar.

In de film ontmoeten we Asif Iqbal, een Brit van Pakistaanse afkomst die naar Pakistan trekt om zijn toekomstige bruid te ontmoeten. Drie vrienden (Ruhal, Shafiq en Monir) gaan met hem mee. Daar maken ze een domme beslissing; ze steken de grens over naar Afghanistan. Monir raakt gescheiden van de groep en nooit meer teruggezien. De rest wordt gearresteerd en naar Guantanamo Bay gebracht. Hier beleven ze twee gruwelijke jaren.


Wat me vooral aangreep is de film waren de ondervragingstechnieken. Ze moeten urenlang op hun knieën zitten en krijgen de ene zinloze vraag na de andere. De vrienden krijgen de kans niet om uit te leggen dat ze er niets mee te maken hadden. Wanneer de Amerikanen het antwoord dat ze willen niet krijgen, gooien ze de gevangene gewoon op grond. Daarna zetten ze hem terug op zijn knieën en zo blijft het proces verder gaan.

Op een bepaald moment krijgt één van hen een wazige videotape te zien van een toespraak die Osama Bin Laden in 2000 hield. “Dit is Osama Bin Laden,” legt de ondervrager uit. “En dit ben jij in het publiek.” Waarbij ze een wazig vlekje op het beeld aanwijst waarvan je op het eerste zicht nauwelijks kunt zeggen dat het een mens is. “Waar is Osama?,” vraagt ze in alle ernst, alsof 1 van de drie vrienden toevallig Bin Ladens gsm-nummer op zak zou hebben. Dat die in 2000 alledrie Engeland niet zijn uitgeweest, is een feit waar ze niet mee wil worden lastiggevallen.

Uiteindelijk geraken onze vrienden er levend uit, maar getraumatiseerd voor het leven. Persoonlijk hoop ik dat ze meneer Bush deze film eens laten zien, benieuwd of hij dan nog steeds vindt dat deze mensen geen rechten mogen hebben. Ik kan absoluut begrijpen dat er heel wat misdadigers rondlopen op deze wereld, zelfs met informatie die vele levens kan redden. Maar iemand op deze manier behandelen kan écht niet. Daar komt nog eens bovenop dat velen gewoon onschuldig waren! Dit gaat absoluut de geschiedenis in als een zwarte pagina in Amerika's geschiedenis.


In de klas?
Wat dacht je van een cartoonanalyse via de KIAM-methode? Hier is alvast een pareltje:



Extra: Bekijk de getuigenis van Ruhal.









Bronnen:


Geen opmerkingen:

Een reactie posten