Myanmar
Myamar:
‘Myamar’, om eerlijk te zijn had ik deze benaming nog nooit gehoord tot ik ze las op de suggestielijst. ‘Birma’ deed dan weer wél een belletje rinkelen, al zou ik het niet op een landkaart kunnen aanduiden. Beschaamd moest ik dus concluderen dat ik over dit paradijs absoluut niéts afwist. Hoog tijd om hier verandering in te brengen dus!
Maar wàt wil ik nu te weten komen? Allereerst: waar is Myamar? Hoe leven de mensen daar? Waar geloven ze in? Maar wat ik me ook afvraag: waarom staat deze lezing tussen de suggestielijst? Wat is er aan de hand in dit land?
Ik ga op onderzoek!
Algemeen:
Ik vroeg me eerder al af waarom ik nog nooit van de benaming ‘Myamar’ gehoord had. Waarom heet het land namelijk niet nog steeds ‘Birma’? Toen ik me inlas in het onderwerp ontdekte ik dat het militaire regime in 1989 de naam veranderde. Ze vonden namelijk dat de naam ‘Birma’ te veel deed denken aan de vroegere Britse kolonisatie van het land. ‘Myamar’, afkomstig van ‘Myanma Naingngandaw’ (de benaming die het land al in de 12de eeuw kreeg), wordt echter niet door alle landen aanvaard, waaronder de Verenigde Staten.
Nog een goede reden voor de naamsverandering is dat er in het land niet enkel Birmanen wonen, maar ook vele andere etnische groepen! In zo’n groot land zijn er natuurlijk veel mensen te vinden, het telt namelijk 48 miljoen inwoners. Onder hen is er sprake van een grote diversiteit, zo’n 7 verschillende etnische groepen hebben zich er gevestigd. Om de verhoudingen te demonstreren, maakte ik even een grafiek:
Het is dus duidelijk dat de groep Bamar het meest vertegenwoordigd is in Myamar. Wanneer ik naar de bovenstaande grafiek kijk, denk ik spontaan: ‘Zoveel verschillende mensen in 1 land, dat moét wel problemen veroorzaken!’. Kijk eens naar ons klein landje: in België slagen we er maar niet in om op een volwassen manier samen te leven met drie gemeenschappen. Ook in Myamar hebben verschillende van deze groepen een eigen taal ontwikkeld die ze gebruiken. Maar officieel spreken ze er Birmaans en slechts enkelen kunnen in het Engels communiceren. Vreemd! Wie kan er in het jaar 2011 met al die talrijke Amerikaanse films en sites nog geen Engels? Al snel dringt het tot me door dat deze mensen geen televisie kijken ’s avonds, of nog snel even op het internet surfen. Het gaat hier dus duidelijk om een land met een andere levensstandaard en cultuur. Een plek waar jonge tieners zich niet spiegelen aan de misleidend perfecte popsterren en elke dag Macdonalds willen. Maar hoe komt dit? Daar kom ik later in mijn onderzoek nog achter!
Geografie:
Myamar vinden we terug in Azië, waar het grenst aan 5 landen (zie kaartje), namelijk Bangladesh, India, China, Laos en Thailand. Met een oppervlakte van maar liefst 680 000 km² kan je wel stellen dat we met een groot land te maken hebben. Ter vergelijking: België is zo’n 30 528 km² groot. Zoals je kan zien heet Myamar een lange kustlijn, namelijk 1930 km lang.
Dat Myamar een waar paradijs is, werd me snel duidelijk. Prachtige ‘Bounty-stranden’ en imposante tempels die hoog boven een magisch groen laken tevoorschijn komen sieren het land. In het land vinden we een gevarieerd landschap terug: bergen, kustvlakten, rivieren,…
De belangrijkste rivier van het land is de Ayeyarwady. Deze is maar liefst 2000 km lang en vormt, net zoals de Nijl, een vruchtbaar delta dat enorm belangrijk is voor de rijstteelt door de plaatselijke bevolking.
Vlag
Op 21 oktober 2010 kreeg de vlag van Myamar een nieuw ontwerp. De nieuwe vlag bestaat uit drie kleuren met elk hun eigen betekenis:
- Geel: solidariteit
- Groen: vrede en rust
Geschiedenis:
Ik vermelde reeds dat er talrijke etnische groepen terug te vinden zijn in Myamar. Maar hoe komt dit nu? Het begon allemaal met de Mon. Deze migreerde, vanuit China en besloten om de stad Pegu te stichten. Ze gaven zo het voorbeeld aan de Pyu, een andere groep die zich vestigde in Birma. Deze werden na een tijd verslagen door de Thai en weggejaagd uit hun stad, Prome. Andere groepen die volgden waren de Karin, Chin, Birmanen, Shan en de Kachin. Ook kwamen er Birmezen aan uit China die zich vooral in het noorden vestigden. Deze groep settelde zich na de verdrijving van de Pyu ook in diens vroegere stad. Later waren het ook zij de die Mon verdreven.
In 1044 werd er uiteindelijk een koninkrijk opgericht onder leiding van koning Anawratha. Dit Eerste Birmaanse Koninkrijk was een echte zegen voor het land; het bloeide open en enkele van de befaamde tempels werden gebouwd. De Mongolen zagen dit gebeuren en vielen in 1287 het land binnen. Op die manier eindigde het eerste Birmaanse rijk.
Het eens zo welvarende rijk viel uiteen in vele stukjes en er woedde constant oorlog tussen de Mon, Thai en de Shan. Een nieuwe koning verscheen op het toneel, namelijk koning Bayinnaung. Deze stochtte het Tweede Birmaanse Rijk. De Mon dacht hier anders over en beëindigde dit door een grote opstand die de Birmanen zou verjagen.
De Birmanen lieten zich natuurlijk niet zomaar doen, en vochten terug! Met succes zo bleek, want ze versloegen de Mon en zo kon koning Alaungpaya het Derde Birmaanse Koninkrijk stichten.
Je zou denken dat het land hierna eindelijk wat stabiliteit zou hebben, maar niets is minder waar! De Engelsen sloegen hun slag en doopten Birma om tot hun kolonie.
Tijdens WO2, toen heel de wereld op zijn kop stond, grepen de Japanners hun kans. Ze vielen in 1942 Birma binnen om op die manier India te kunnen bereiken. Om dit te realiseren lieten ze hun krijgsgevangenen een spoorlijn bouwen. Tijdens dit enorme werk stierven zo’n 100 000 mensen aan uitputting, ziekte en ondervoeding. Het verbaast me keer op keer hoe mensen in tijden van oorlog in staat zijn om de knop van humaniteit in hun hoofd om te schakelen. Ikzelf kan me niet voorstellen iemand ooit te behandelen als een beest. Geen eten of medische verzorging verschaffen, hen laten werken tot de dood,… Toch is dit fenomeen ons niet onbekend. Niet enkel in Birma kwam dit voor, maar kijk ook eens even naar de concentratiekampen door de nazi’s, de rubberplantages in Congo,… Na 3 jaar kwam er een einde aan deze vreselijke situatie toen de geallieerden de Japanners verdreven.
Hierna, in 1948, werd het land onafhankelijk en gedoopt tot de Unie van Birma. Helaas zou ook dit geen stabiliteit bieden aan de inwoners. Niet moeilijk wanneer je denkt dat er vele conflicten binnenlands plaatsvonden, te wijten aan de grote verschillen tussen de verschillende etnische groepen.
Tijdens WO2, toen heel de wereld op zijn kop stond, grepen de Japanners hun kans. Ze vielen in 1942 Birma binnen om op die manier India te kunnen bereiken. Om dit te realiseren lieten ze hun krijgsgevangenen een spoorlijn bouwen. Tijdens dit enorme werk stierven zo’n 100 000 mensen aan uitputting, ziekte en ondervoeding. Het verbaast me keer op keer hoe mensen in tijden van oorlog in staat zijn om de knop van humaniteit in hun hoofd om te schakelen. Ikzelf kan me niet voorstellen iemand ooit te behandelen als een beest. Geen eten of medische verzorging verschaffen, hen laten werken tot de dood,… Toch is dit fenomeen ons niet onbekend. Niet enkel in Birma kwam dit voor, maar kijk ook eens even naar de concentratiekampen door de nazi’s, de rubberplantages in Congo,… Na 3 jaar kwam er een einde aan deze vreselijke situatie toen de geallieerden de Japanners verdreven.
Hierna, in 1948, werd het land onafhankelijk en gedoopt tot de Unie van Birma. Helaas zou ook dit geen stabiliteit bieden aan de inwoners. Niet moeilijk wanneer je denkt dat er vele conflicten binnenlands plaatsvonden, te wijten aan de grote verschillen tussen de verschillende etnische groepen.
In 1962 kwam er een militaire coup, met andere woorden: een staatsgreep. De junta zorgde er onmiddellijk voor dat het land niet langer democratisch was en zelfs geen grondwet meer had! De ‘Burma Socialist Programme party’ werd opgericht. Dit is de groep die alle macht naar zich toe trok, zowel politiek als bestuurlijk. Alles hing voortaan van hen af: van het economische beleid tot zelfs de berichtgeving! Deze laatste mocht niet meer onafhankelijk zijn en werd dus volledig in het voordeel van de partij gedraaid. Denk maar even aan het gebrek aan persvrijheid in verschillende landen. Voor ons in België lijkt dit bijna onmogelijk om in te beelden!
In 1988 was er een grote opstand. Vlak na de verkiezingen kwam er een nieuwe coup door een groep militairen die zich SLORC noemden. In 1990, overigens mijn geboortejaar, werden de verkiezingen gewonnen door de ‘National League for Democracy’. Onze befaamde junta waren het hier niet mee eens en namen dadelijk na de verkiezingen opnieuw de macht in handen.
Het is dus duidelijk dat de junta de keuze van het volk niét respecteert. We spreken dan ook van een dictatuur. De junta streven enkel naar succes voor zichzelf en kijken niet om naar de rest van de bevolking. Wanneer deze dan in opstand wil komen, worden ze zwaar gestraft door hun leiders.
Je kan je wel voorstellen dat de rest van de wereld hier kritiek op had, maar daar heeft de junta een simpele oplossing voor gevonden: gewoon negeren! Voor elke sanctie of afkeurend signaal van de buitenwereld sloten ze de ogen. Het land zelf leefde in complete isolatie voor buitenlandse media en mensenrechtenorganisaties. Dit is dus ook de reden waarom het leven er nog niet zo ‘verwesterlijkt’ was als in vele andere landen. Kijk maar even naar China, die na het openstellen van hun grenzen een waren globalisatiegolf over zich heen kregen. Macdonalds, Starbucks,…ondertussen terug te vinden op elke straathoek!
Complete isolatie is echter héél moeilijk op economisch gebied. Omdat ze handel dreven met enkele buurlanden zoals China, India en Thailand, aanvaardden ze hiervan een kleine hoeveelheid bemoeienis.
Het land afsluiten van de buitenwereld loste echter geen interne problemen op. Jarenlang was er oorlog tussen het Birmese leger en lokale minderheden zoals de Mon en Karen. Ondertussen zijn er meer dan 400 000 mensen gevlucht naar Thailand. Die zijn echter niet zo tevreden met deze vluchtelingen (denk maar even aan het Vlaams Belang!) en willen ze niet erkennen. Hierdoor stonden ze letterlijk op straat. Samen besloten ze grote kampen op te richten, waarin ze proberen te overleven.
Ondanks het feit dat alle betogingen steevast afgestraft werden, groeide er toch protest. Voor het eerst sinds einde jaren ’80 ontstond er een opstand. Boeddhistische monniken waren de dictatuur beu en streefden naar democratie. Dit wilden ze bereiken door talrijke geweldloze protesten. Velen loten zich hierbij aan. Niet enkel omdat ze hun mening deelden, maar ook om hen te beschermen. Deze monniken hadden namelijk een hoge, bijna heilige status en de bevolking vreesde voor hun veiligheid. Waarom? Zoals we al eerder zeiden voerde de junta een streng beleid. Elke vorm van opstand werd brutaal en met fysiek geweld bestraft! Dit wou de bevolking absoluut voorkomen. Soms namen er zelfs zo’n 25000 tot 50000 mensen deel aan de protesten.
Dit bracht de junta in een lastig parket. De monniken aanvallen zou wel eens kunnen leiden tot grote verontwaardiging bij het volk. Maar niet ingrijpen kon er ook voor zorgen dat steeds meer mensen in opstand zouden komen.
Plots besloot het leger in te grijpen door maar liefst 200 monniken en burgers te arresteren. Door de gewelddadige reactie zouden er naar verluid 5 doden gevallen zijn, alhoewel officiële berichtgeving over slechts 1 dode spreekt. Vanaf dat moment ging de bal aan het rollen. De junta viel kloosters binnen en arresteerde iedereen die ze tegenkwamen.
Later zouden de gruwelijke feiten aan het licht komen: duizenden doden en massale executies vonden plaats om het protest te onderdrukken. Monniken werden opgesloten en in het ergste geval in vrachtwagens geduwd en in de jungle om het leven gebracht. Dat deze praktijken niet zomaar geduld zouden worden door de buitenwereld, spreekt voor zich. Om te voorkomen dat de Veiligheidsraad zich zou komen bemoeien, lieten de junta zo’n 200 gevangenen vrij en werd beloofd dat er nog velen zouden volgen.
Hierna kwam er een einde (?) aan de regeertijd van de junta. Op 31 januari 2011 kwam er een nieuwe grondwet. De oprichting van een parlement zou eindelijk een einde maken aan de dictatuur. Thein Sein werd verkozen tot president en is daardoor het eerste civiele (dus burgerlijke) staatshoofd in 50 jaar. Nu is er slechts 1 probleem: meneer Sein nam, net zoals vele leden van het parlement, net voor de verkiezingen ontslag in het leger. Op die manier zijn zij ‘burgers’ en kunnen dus deel uitmaken van de ‘civiele’ regering. Je kan je dus wel de vraag stellen of deze democratie niet gewoon een façade is voor de buitenwereld.
Myamar vandaag
In Myamar is er geen euro, maar wel de Kyat (spreek uit Tsjat). Deze munt is verkrijgbaar in briefjes van 1, 5, 10, 15, 20, 45, 50, 90, 100, 200, 500 en 1.000.
1 Kyat is gelijk aan 0,11 euro, je kan dus wel zeggen dat de koers van de Kyat erg laag is.
De bevolking van Myamar is erg arm. Hun inkomen is zo laag dat een groot deel van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Naar schatting heeft 10% van de bevolking zelfs niet genoeg geld om dagelijks te eten. Het voelt akelig om dit te horen. Hoewel je dagelijks beelden op de televisie ziet over armoede in andere landen, blijft dit me raken. Het doet me denken aan hoe onredelijk ik soms kan zijn wanneer er iets op tafel verschijnt wat ik niet lust. Over hoe ik liever een braadworst in de vuilnisbak gooi omdat ik de smaak niet lekker vind. Terwijl we eigenlijk beter gewoon gelukkig moeten zijn om het feit dat we ons dagelijks kunnen voeden en waarschijnlijk nooit échte honger zullen kennen.
In Myamar worden vele mensen geconfronteerd met armoede. De reden hiervan moeten we niet ver zoeken. Zoals we eerder al zeiden zijn de junta’s enkel bezorgd om hun eigen financiële situatie. Zolang zij en hun naasten lekker veel geld hebben, is voor hen alles in orde. Om dit te bereiken profiteren ze van de bevolking waardoor die steeds armer wordt. Ondertussen behoort Myamar tot 1 van de armste landen ter wereld.
Door de egoïstische beslissingen van de junta, kelderde de economie. Door de enorme daling van de waarde van de Kyat verloren velen hun spaargeld. Hier kwam nog eens bij dat de brandstofprijzen plots stegen met 500% (!) waardoor het vervoer van goederen en eten tussen steden plots stil kwam te liggen. Op zich is Myamar van nature een rijk land: het bezit olie, gas, hout en vele edelstenen. Het probleem zit hem enkel in de manier waarop deze goederen verkocht worden aan de buurlanden. De junta vinden namelijk dat de opbrengst enkel in hun eigen zak hoort te zitten.
De landbouw is erg belangrijk in Myamar, aangezien het niet enkel voor werk zorgt maar hen ook in leven houdt. Het belangrijkste product is rijst, maar ook maïs en suikerriet worden hier geteeld.
Dat de overheid in dit land niet altijd plichtsbewust is, werd reeds duidelijk. Dichtbij verscheidene militaire kampen vinden we namelijk plantages terug waar LSD en opium geteeld worden. Deze producten worden verkocht aan Chinese en Thaise handelaars, die op hun beurt ze op de markt brengen in Azië en Europa. Uiteraard ontkent de overheid dat ze hierin meewerken, als spreken veel bewijzen dat tegen.
Het eten in Myamar bestaat uiteraard voornamelijk uit het lokale product rijst. Aan de kuststreek is er vaak vis te verkrijgen, terwijl in het binnenland meet kip geserveerd wordt. De Birmese keuken is een mix van Chinese, Indiase en Mon invloeden.
Bekende gerechten zijn:
- Mhinga: een schotel van vermicelli met vis jus,
- Onnokauswe: een gerecht van noedels in een dikke soep van kokosmelk met kip,
- Laphet thote: een salade van gefermenteerde thee en noten,
- Nan Ghy Thoke: een gerecht van rijst, noedels, salade en kip,
- Shan voedsel: veelal gekruid voedsel,
- Curry: een pittig gerecht.
Bekende personen
Aung San
1 van de bekendste Birmezen is ongetwijfeld Aung San. Het portret van deze man siert nog steeds vrijwel alle woonkamers in Myamar. De reden hiervoor is de rol die hij speelde in de onafhankelijkheid van Birma. Door velen wordt hij nog steeds gezien als de vader van het land.
Vanaf zijn studententijd zetten Aung San zich in voor onafhankelijkheid. Zo richtte hij samen met enkele anderen de Thakin-beweging op. Hij probeerde zowel bij de Japanners als bij de Britten te onderhandelen om zo te komen tot een onafhankelijk Birma. Hij reisde zelfs naar Engeland om daar zijn zaak te bepleiten. Er werd afgesproken dat Birma vanaf 1948 onafhankelijk zou worden, maar dit zou hij helaas nooit meemaken. Op 19 juli 1947 werd hij samen met enkele collega’s brutaal vermoord door een politiek rivaal. Vroegere minister-president U Saw werd verdacht van deze misdaad. Hij werd ook beschuldig bevonden en opgehangen. Door vreemde gebeurtenissen rondom het proces groeide het vermoeden dat er meer aan de hand was dan een gewone afrekening tussen politieke rivalen. Tijdens het proces verdwenen er plots dingen en stierven zelfs enkele getuigen.
Op de dag van de Martelaren (19 juli) wordt de aanslag herdacht, hoewel het militaire regime liever wil dat de bevolking hem zo snel mogelijk uit het geheugen wist.
Aung San Suu Kyi
Dat laatste zal niet zo makkelijk gaan, aangezien Aung San drie dochters achterliet op de wereld. 1 van deze dochters is intussen minstens even bekend als hij zelf, namelijk Aung San Suu Kyi. Ze treed in de voetsporen van haar vader door de geweldloze beweging voor de mensenrechten en democratie in Myamar te leiden.
In 1988 werd ze secretaris van de ‘National League for Democraty’. Dit vond het militaire regime niet bepaald leuk, in 1989 plaatsten ze haar onder huisarrest. Hiervoor deden ze beroep op enkele politieke achterpoortjes, die het rechtvaardigden dat ze zelfs geen proces kreeg. De straffe madam ging zelfs in hongerstaking toen enkele studenten uit haar huis gearresteerd werden en ondervraagd. Amnesty International erkende haar als politiek gevangene. Dit laatste doet me stiekem denken aan het middelbaar, waar we elk jaar een brief schreven om een politieke gevangene vrij te krijgen.
Ondanks dat ze opgesloten zat, won ze de verkiezingen in 1990, met maar liefst 82% van de stemmen! Maar zoals eerder gezegd, weigerde de SLORC hier zich iets van aan te trekken.
Een jaar later, in 1991, ontving ze de Nobelprijs voor Vrede. 6 jaar later werd ze pas vrijgelaten uit haar huis.
Voor Aung hield de ellende echter niet op. Haar man overleed in 1999 in Engeland aan prostaatkanker. Hoewel ze hem sinds 1995 niet had gezien, durfde ze niet naar Engeland reizen om afscheid te nemen. Ze vreesde namelijk dat de junta hier gebruik van zou maken en haar het land niet meer binnen zouden laten wanneer ze wou terugkeren. Die vrees was hoogstwaarschijnlijk terecht, aangezien de junta haar al verscheidene keren hadden aangeboden om haar vrij te laten indien ze het land zou verlaten.
Op 30 mei 2003 werd ze nogmaals gevangen genomen en opgesloten. Ditmaal omdat er rellen zouden uitgebroken zijn tussen mensen die voor en tegen haar waren. Volgens sommigen waren die rellen in scène gezet door de overheid.
Op de avond van 13 november 2010, toevallig de avond waarop mijn huidige vriend mij zijn liefde verklaarde, werd ze vrijgelaten. Ik hoop ditmaal definitief. Het lijkt me best zielig om iemand constant op te sluiten zodat ze geen onrust kan veroorzaken. Zeker aangezien deze persoon niets mis heeft gedaan, maar gewoon puur uit angst dat de bevolking haar verkiest!
De lezing
Op 11 oktober om 19u30 sprak ik met Anouck en Jolien af in het cultureel centrum van Hasselt. De omschrijving van deze lezing leek enorm boeiend en we kijken dus ook uit naar een fascinerende lezing. Wanneer we binnen mogen en enthousiast plaatsnemen merken we dat we ongetwijfeld de jongsten in de zaal zijn. “Jammer toch hé, dat vele jongeren gewoonweg niet geïnteresseerd zijn in cultuur!”, mijmeren we nog. Plots verschijnt er in een klein hoekje van de zaal een man, Guido Vervoort. Of in ieder geval: dat denken we toch! De man vergeet zich namelijk voor te stellen en begint prompt over zijn reis naar Myamar. Na een tiental minuten kondigt hij een fotoreportage aan en verlaat het podium. De lichten aan uit en de eerste impressies van Myamar verschijnen op het véél te kleine witte doek vooraan in de zaal. De ‘lezing’ blijkt plots niet meer te zijn dan een diavoorstelling met vooraf ingesproken tekst. Niets mis mee, zou je zeggen. Tot we tot het besef moeten komen dat we deze foto’s ook gewoon hadden kunnen ‘google-en’ en de begeleidende info niet veel blijkt voor te stellen. Laat ik even demonstreren:
“Dit is een monnik. Hij is kaal.”
“Dit is een brug. Hij is van teak-hout.”
Moet ik zelfs nog verder gaan? De lezing was niet enkel enorm saai, maar je leerde ook niets bij! Enorm teleurgesteld en met de overtuiging dat we toch niets gingen bijleren, glipten we er tussen de pauze tussenuit en keerden teleurgesteld terug naar huis. 8 euro in de vuilnisbak en blijkbaar waren we niet de enigen die er zo over dachten.
In de les
Op het internet vond ik deze interessante cartoon (gemaakt door mijn grote held: Latuff!):
Hier zou ik de KIAM-methode op toepassen:
1 Kijken: wat zie je op de cartoon? Wat draagt de persoon links? Wat heeft hij in zijn hand? Wat draagt de persoon rechts? Wat heeft hij in zijn hand? Naar wie richten ze hun ‘wapens’?
2 Interpreteren: Een verbindoefening.
- Waarom de luidspreker? Vreedzaam protest, willen geen geweld,…
- Waarom de kleding? Het is een monnik, een boeddhist
- Waarom een wapen? Gewelddadige reactie, veel doden,…
- Waarom een uniform? Militair beleid,…
3 Actualiseren: Hoe is de situatie nu in Myamar? Is er veel veranderd? Maakt de invoering van het parlement veel uit wanneer er ex-militairen in zetelen?
4 Mening: Wat vind ik van deze problematiek? Wat vind ik van de reactie van de militaire overheid? Kan het dat de buitenwereld dit zomaar liet gebeuren?
Bronnen:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Aung_San
http://www.beleven.org/feesten/lijsten/landen.php?land=Birma
Geen opmerkingen:
Een reactie posten